Als veganist eet en gebruik je geen dierlijke producten. Voor veel niet-veganisten kan dit als een gemis klinken. Het lijkt tegennatuurlijk om iets wat lekker of fijn is, niet meer te gebruiken. Hieronder een aantal tips om hiermee om te gaan.

‘Mag niet’ of ‘Wil niet’

Wanneer je er van overtuigd bent dat het gebruik van dieren dierenleed met zich meebrengt, is het niet moeilijk om iets te laten staan. In plaats van een stuk vlees zie je een kadaver en in plaats van een glas melk, een kalfje dat bij de moeder is weggehaald. Het is niet meer dat je bepaalde producten niet mag eten, maar je wil het niet meer. Om het te internaliseren kan je documentaires over veganisme bekijken of vegan vloggers en bloggers volgen.

Variatie

Wanneer je bepaalde dingen niet meer eet of gebruikt, moet daar iets voor in de plaats komen. Zonder aanvulling van nieuwe producten in je dieet, kan het karig voelen. Een ontdekkingstocht van producten die je nog niet kende, is een leuke manier om je dieet te vernieuwen. Variatie in het dieet is ook gezond, om te zorgen dat je alle voedingsstoffen binnenkrijgt. Ontdek bijvoorbeeld exotische groenten en fruit, je favoriete veganistische kaas, snacks, en worsten. Of maak ze zelf.

Umami

Wie hartige producten mist, mist eigenlijk de smaak van hartigheid: “Umami”, een aparte smaak die veel in dierlijke producten voorkomt. Er zijn ook plantaardige producten met diezelfde smaakstoffen zoals zongedroogde tomaatjes, balsamicoazijn, sojasaus, miso, edelgist, zeewier, paddenstoelen, olijven, geroosterde noten, zuurkool, gebakken uitjes en knoflook etc. Deze kan je vaker gebruiken in maaltijden.